De gestoorde atheïst
De joodse psychiater Herman van Praag schreef een boek, God en Psyche, waarin hij atheïsme als geestelijke afwijking beschrijft. In het laatste nummer van VolZin licht hij dat toe:
“Ik heb atheïsme vergeleken met ongevoeligheid voor esthetische ervaringen en prikkels. Als iemand zegt ‘Schilderijen zeggen me niets’ of ‘Literatuur en muziek doen me weinig’, dan ontbreekt daar iets dat het leven rijker en interessanter maakt. Datzelfde vind ik van religieuze onontvankelijkheid. Als iemand niets met religie heeft, dan ontbreekt er een dimensie. De meeste mensen zijn wel ontvankelijk. En ik vind het dan ook een tekort, een deficiëntie.”
Ik las deze passage in een roes van vreugdevolle, haast triomfantelijke instemming: eindelijk iemand die het begrepen heeft! Om vervolgens te concluderen dat het niet klopt wat hier staat…